Tess Visser (50) uit Houten richt stichting op voor nabestaanden verkeersslachtoffers

Zin geven aan een onbegrijpelijke dood

Een ingrijpend verkeersongeval maakt op 11 oktober 2008 een einde aan het leven van de 22-jarige Priscilla Visser uit Houten. Met het oprichten van een stichting voor nabestaanden van verkeersslachtoffers probeert Tess Visser(50) zin te geven aan de onbegrijpelijke dood van haar dochter.

Janita van Hoeven-ten Voorde

Geen schots en scheef geparkeerde fietsen, een bezem die bijna omvalt of een grasmaaier die in de weg staat in het tuinhuisje van familie Visser. Tess Visser heeft het blokhutje in de achtertuin sfeervol ingericht: muren in rustgevende crème- en aardetinten, geblokte vloerkleden, een comfortabele bank met zwart-wit gestreepte kussens en brandende kaarsen op tafel.

De Houtense is na het overlijden van haar dochter Priscilla vrijwel elke dag op deze plek te vinden. Ze luistert er -vaak ’s ochtends vroeg- naar klassieke of Indonesische muziek, schrijft in haar dagboek of maakt een gedicht.

In de ruimte staan bewust geen foto’s van haar overleden dochter. „Mijn man heeft het liefst al de spullen van Priscilla tastbaar om zich heen. Ik heb ze liever indirect bij me.” Visser wijst op een stenen schildpadje. „Dat is een cadeautje van Priscil uit Bulgarije. Aan die boomtak in de hoek hangen haar knuffels. Zo heb ik toch het idee dat ze dicht bij me is.”

Boze droom

Tess Visser heeft op vrijdag 10 oktober vorig jaar een leuke werkdag als adviseur bij de Rabobank achter de rug. Van een collega krijgt ze twee vrijkaartjes voor de musical Ciske de Rat van die avond in het RAI Theater in Amsterdam. Na een snelle hap eten, neemt ze de trein naar de hoofdstad. Onderweg belt ze met haar dochter over een gezamenlijk bezoek aan de kapper.

Na afloop van de musical, rond een uur of elf ’s avonds, neemt Visser contact op met haar man Roy. Ze heeft de trein naar Houten gemist en vraagt of hij haar van het Centraal Station in Utrecht kan ophalen. Roy Visser rijdt naar Utrecht. Hij heeft zijn dochter, die naar de manege in Harmelen is om haar paard te verzorgen, al thuis verwacht, maar maakt zich geen grote zorgen.

Omdat het lang duurt voordat haar man er is, belt Visser om 10 over half 12 nog eens om te vragen waar hij blijft. Haar echtgenoot vertelt dat Priscilla een ongeluk heeft gehad. Roy Visser is dan kort daarvoor langs de plek van het ongeval gereden en herkent de compleet ingedeukte auto van zijn dochter. Ook ziet hij doorgeknipte kleren en een schoen van haar op het asfalt liggen. Van agenten hoort hij dat zijn dochter met hersenletsel en een gebroken bekken naar het UMC in Utrecht is gebracht.

Na een kwartier wordt Tess Visser door haar man en een agente opgehaald van het station en naar het ziekenhuis gebracht. Daar aangekomen duwt het verplegend personeel hen meteen een kamertje in. „Niemand vertelde ons iets. We dachten daarom steeds dat het wel mee zou vallen.”

Terwijl Visser en haar man bidden voor het leven van Priscilla komt een verpleegkundige vertellen dat hun dochter is overleden aan inwendige bloedingen en een gescheurde milt. Tess Visser: „Op dat moment had ik er geen gevoel bij. Ik liet geen traan. Het was zo onwerkelijk. Priscilla was altijd zo sterk, zo levendig. Het is vast een boze droom, dacht ik.”

Pistool

De maanden erna zit de familie Visser vol vragen over de toedracht van het ongeval. De politie mag de dader, die hersenletsel, botbreuken in het gezicht en een gebroken been heeft opgelopen, niet verhoren vanwege zijn medische behandeling en revalidatie.

Onbegrijpelijk, vindt Visser. „Ik snap best dat een politie-onderzoek zorgvuldig moet gebeuren, maar als ik dan hoor dat de dader in het revalidatiecentrum ’s avonds wel volop bezoek ontvangt, dan begrijp ik niet waarom de politie hem niet kan verhoren. Blijkbaar hebben artsen in Nederland meer rechten dan de politie.”

Tijdens de rechtszaken in april en juli hoort de Houtense wat er op 10 oktober precies is gebeurd. Tommy P. reed die avond met hoge snelheid op de verkeerde weghelft van Houten richting Utrecht en ramde de 22-jarige Priscilla frontaal. De IJsselsteiner (30) was onder invloed van alcohol en drugs en reed zonder geldig rijbewijs. Dat was al eerder ingenomen wegens rijden onder invloed. P. wordt veroordeeld tot vier jaar cel, vijf jaar rijontzegging en een boete van 15.000 euro.

Een veel te lage straf, meent Visser. „Over maximaal tweeënhalf jaar loopt P. weer rond. Wie wordt dan zijn volgende slachtoffer? Het is iemand met een structureel verslavingsprobleem. Justitie waarschuwde hem al vaker voor de gevaren van rijden onder invloed. Een tbs-maatregel acht ik meer op zijn plaats.”

Omdat er volgens Roy en Tess Visser nogal wat schort aan de hulp voor slachtoffers van nabestaanden richten ze een stichting op (zie kader). Ook brengen ze samen met de Vereniging Verkeersslachtoffers een bezoek aan de Kamercommissie van Verkeer en Waterstaat. Daar pleiten ze onder andere voor een snellere afhandeling van het procesverbaal en zwaardere straffen voor hardnekkige daders van verkeersovertredingen.

Of het bezoek nut heeft gehad? „Minister Eurlings heeft beloofd er alles aan te doen om de groep structurele drankrijders harder aan te pakken. Dat is winst.”

Vloeibaar kristal

Het schrijven van een dagboek hielp Tess Visser het afgelopen jaar bij het verwerken van haar ervaringen. In december hoopt ze haar ontboezemingen uit te geven. „Ik wil mensen laten weten hoe diep het verlies van een dochter ingrijpt. Ook hoop ik dat mijn verhaal herkenning oproept. Dat anderen weten dat ze niet de enige zijn die zulke heftige gevoelens meemaken na het overlijden van een dierbare.”

Ook via schilderijen laat de Houtense zich in haar hart kijken. Ze laat een canvas doek zien waarop mensen in lange gewaden bij een rivier staan. „Het schilderij is gebaseerd op Openbaringen 22 vers 1, waarin het gaat over de hemel. Johannes schrijft dat het water er is als vloeibaar kristal, dat voortkomt uit de troon van God. Ik geloof dat Priscilla nu in de hemel is en dat ze leeft. De dood is niet het einde, maar het begin van het echte leven. Die gedachte troost mij.”

Het lezen van de Bijbel houdt Visser, die lid is van een evangelische gemeente, in de moeilijke periode op de been. „God wees mij op Jesaja 53 en 54. Daarin staan rijke beloften voor het nageslacht. Soms schrijf ik een Bijbeltekst op en neem ik hem mee naar de plek van het ongeval. Dan houd ik het God voor dat Hij ook genadig wil zijn voor mijn kinderen.”

Of ik de dader kan vergeven? „Soms wil ik dat hij lijdt, zoals wij lijden. Dan zou ik het liefst een pistool pakken en hem wat aandoen. Maar eigenlijk ben ik meer met mezelf bezig, dan met hem. Ik heb nog zoveel vragen. Hoe kan bijvoorbeeld een goede God ons deze pijn aandoen? Daar worstel ik mee.”

Ondanks de ingrijpende gebeurtenis in haar leven is Visser het vertrouwen in God niet kwijtgeraakt. „Integendeel, ik heb het aan de Heere te danken dat ik nog van kleine dingen kan genieten. Dat ik niet verbitterd ben geraakt, dat ik mensen kan vergeven. De pijn blijft, maar Hij geeft verlichting en kracht in het verlies.”

Zorgen voor de toekomst maakt Visser zich daarom niet. „Ik heb de neiging om altijd alles zelf te willen regelen, maar God heeft mij geleerd op Hem te vertrouwen. De toekomst ligt in Zijn handen.”

Priscilla Visser Foundation

Aan de hulp voor nabestaanden van verkeersslachtoffers schort nogal wat, zo hebben Roy en Tess Visser ervaren. Om de leemte op te vullen, richten ze dit weekend de Priscilla Visser Foundation op.

De stichting wil nabestaanden van slachtoffers van verkeersongevallen steunen door het geven van praktische hulp. Dat kan variëren van huishoudelijke ondersteuning tot hulp bij contacten met instanties en administratieve zaken. Tess Visser wil daarvoor een soort vrijwilligerscentrale in het leven roepen, waarop nabestaanden een beroep kunnen doen.

Ook is de stichting van plan lotgenotenbijeenkomsten te organiseren met activiteiten als creatieve workshops, een strandwandeling met aansluitend groepsgesprek of een ontspannend weekend met masseur. Ook het houden van een gezamenlijke gebedsdienst behoort tot mogelijkheden.

Volgens Visser zijn er wel organisaties, zoals Bureau Slachtofferhulp, die nabestaanden van verkeersslachtoffers helpen, maar is die hulp vaak beperkt en van korte duur. „De vrijwilliger van Bureau Slachtofferhulp had maar één keer in de acht weken tijd om langs te komen. Ik had veel behoefte aan huishoudelijke hulp na het overlijden van Priscilla, maar dat bleek wettelijk niet mogelijk te zijn.”

Volgens Visser is lotgenotencontact van groot belang voor nabestaanden. „Door andere mensen voel ik me vaak in de steek gelaten. Ze verwachten dat ik na de begrafenis het gewone leven weer oppak. Bij lotgenoten kan ik mijn verhaal kwijt.”

www.priscillavisserfoundation.com