Maandag, 19 oktober 2009

 

Wat is “dood?”


Ik heb ooit gelezen dat het in het Aramees “ Leeft niet hier, maar elders” betekent.

En zo ervaar ik ook het heen gaan van Priscilla. Het is alsof zij plotseling weg moest om in een ver land te gaan wonen. Daarom dat aan het begin ik sterk het gevoel had dat zij elk ogenblik weer de deur binnen kon komen.

Met haar luidruchtige voetstappen en haar vrolijke “Hallo!”

Ergens anders wonen om zich verder te ontwikkelen. Zij is verder gegaan in haar volgende fase.

Als ik deze ervaringen met gelovigen praat dan merk ik een behoorlijke kloof in onze beleving.

Ik merk, voel en beleef de aanwezigheid van Priscil na 11 oktober. De eerste weken voelde ik haar zowel heel dicht bij als heel ver weg. Het is alsof zij van mijlen ver zo maar naast je kan komen.; zij was overal en nergens lijkt het wel.

Dit gevoel is zo moeilijk te beschrijven en heeft mij in het begin ook volkomen in de war gebracht.

Als ik mijn omgeving vraagt dan hoor ik van de een dat een overledene in een diepe slaaptoestand ligt en zeker niet waker zal worden tot de komst van Jezus. De ander verklaarde dat zij gewoon voortleeft in een andere wereld.

Daarom was ik naarstig op onderzoek gegaan naar antwoorden.

Waar is mijn kind nu? Wat doet zij allemaal? Wat voelt zij? Hoe beleeft zij haar nieuwe wereld?

Wat vindt zij van haar nieuwe lichaam? Hoe is het om zonder je aardse lichaam te leven?

Het zoeken naar deze antwoorden heeft mij geleid naar zien en beluisteren van ervaringen van mensen die de dood nabij is geweest.

“Begeef je je dan niet op glad ijs?”

Ik heb mij voorgenomen om eerlijk tegen mijzelf te zijn. Voordat ik een ander kan accepteren moet ik mezelf eerst accepteren. Ik moet weten waar ik in werkelijkheid geloof en door welke geestelijke veranderingen wordt ik momenteel onderhevig. En hier hoort het willen weten van wat er in werkelijkheid  is gebeurd met mijn kind bij.

Ik wil niet meer toehoorder en volger meer zijn, ik wil het zelf  ontdekken zonder belemmeringen van anderen.

God is liefde en in die zoektocht vind ik die onbaatzuchtige liefde waar de bijbel over spreekt. Alleen het is nu voor mij onvoldoende om mij te beperken alleen tot de citaten uit dit boek.

God gaat persoonlijk met elke ziel om; wat Hij je te zeggen heeft hoeft niet voor een ander te gelden.

Dat “Persoonlijke”en dat “Intieme” staan bij mij nu centraal.

Ik heb God de laatste maanden leren kennen als een sterke God. Hij heeft een onbetwiste plan voor mij en dat laat hij zien door omstandigheden.

Het is een God die alles aan doet om je te laten ontwikkelen.

Zijn leerschool is menselijk gezien soms meedogenloos. En toch is Hij liefdevol.

Vanaf het begin dat ik in deze situatie zit heb ik steeds de drang om dingen te willen begrijpen die niet zichtbaar zijn.

Ik heb een schilderij gemaakt waarbij ik knielend voor een poort door de kieren een glimp probeerde op te vangen van de wereld waar Priscilla nu is.

Elke dag stel ik dezelfde vraag:

“Wat gebeurt daar, Priscil? Wat heeft dit te betekenen voor mijn leven op aarde?

En wonderlijk genoeg krijg ik door die kieren antwoorden die geen mens mij zou kunnen geven.

Mijn spirituele belevenissen zijn mijn stapstenen voor mijn overleving geworden. Hieruit put ik een onmetelijke kracht, want ik wordt telkens geraakt door een kracht die LIEFDE heet.