Zaterdag, 20 augustus 2009

Doch wij willen u niet onkundig laten, wat betreft hen, die ontslapen, opdat u niet bedroeft blijft, zoals anderen die geen hoop hebben.

1 tess. 4:13-14

“Vertrouw je me” ik hoorde een stem en zie meteen een grote uitgestrekte hand.

De hand nodigt me uit om te springen naar een onbekende dimensie

En ik strekt me uit om deze hand te pakken en ik verdwijn in de mistige wereld vol wonderen.

Als in een film zie ik een tafereel gelijk een voorstelling van de Disney cartoon, waarin Alladin een hand uitstrekt toen hij op een vliegend tapijt prinses Jasmine ging opzoeken voor haar slaapkamerbalkon.

Na een korte aarzeling vertrouwt Jasmina hem; met vragende ogen stapt zij toch op het tapijt om naast Alladin te zitten.

“Vertouw je me?” Prinses Jasmina knikt.

Hij bracht haar vervolgens naar ongelofelijk wonderschone oorden.

Door bergen en valleien.

Zij landen op het dak van een Chinees keizerlijk paleis waar groot vuurwerk werd aangestoken. En zij waren één in geest en ziel meer dan ooit.

Priscil was van kleuter af aan dol op Disney tekenfilms. Desney bandjes werden grijs gedraaid en op regenachtige koude dagen keek ze voor de zoveelste keer De Kleine Zeemeermin of Belle en het Beest.

Zij kende alle teksten van de liedjes uit het hoofd. Zij kon die liedjes ook zo  prachtig zingen

O God, ik mis haar stem zo, nooit meer haar stem…

Nooit meer haar dromen zien.

Zo keihard van buiten soms, zo romantisch van binnen.

Wat lijkt zij op mij wat dat betreft.

Waarom laat God mij dit beleven? . Ik heb hem altijd vertrouwd, maar afgelopen oktober werd ik ontgoocheld door een niet te rijmen gebeurtenis. De pijn van in de steek gelaten te zijn borrelt nog immer.

Hoe vaak hoor ik de woorden in de diepere nacht van mijn bestaan. Als ik geen uitweg meer zie, dan hoor ik :

“Het is niet zoals het is” Jij bent deel van het heelal van de eeuwigheid”

“Vertrouw je me?”

Als een warme deken daalt deze geest van genezing over me.

Al mijn woede wordt geblust.

Mijn ziel gekalmeerd.

Ik kan mijn leven na 10 oktober nog nauwelijks bevatten; het is net gespeeld binnen een langdurig dramatoneel.

Gisteren is de Foundation bijv. een feit, en door de media stromen de reacties binnen.

Ik heb een taak, een nieuw taak erbij.

Meestal word ik bij deze gedeelte meteen hyperactief in mijn hoofd. Het moet snel en het moet goed lopen.

Roy toomt me steeds in door te zeggen:

“Je hoeft niet zo te rennen. Het komt allemaal wel goed. Je doet al genoeg”

En ik luister dit keer naar hem. En ik voel rust in mijn binnenste.

Het is alsof ik een kostbare diamant weg geeft om het te laten bewaren.

Het glijdt uit mijn handen, omdat ik mijn handen durft te openen.

Wat is dit eng.